Deel 57: Ik ben (niet) wat ik doe

In 1 van de laatste gesprekken met de Arboarts werd mij gevraagd wat mijn grootste wens was. 

Mijn eerste ingeving was: beter worden en weer van betekenis kunnen zijn als moeder en in de maatschappij. 

De arts keek me aan en zei niets ….en bleef me aankijken.

Ik dacht na over wat ik gezegd had.

‘Beter willen worden’..die wens begrijpt iedereen.

Maar de stilte viel over het laatste: ‘van betekenis willen zijn’. 

Lange tijd heb ik mij nutteloos gevoeld doordat ik mijn werk niet uit kon / kan voeren en niet de actieve moeder kan zijn die ik was. 

Ik was in de valkuil ‘ik ben wat ik doe’ getrapt. Het gaat er namelijk om ‘wie ik ben’. Met het in die valkuil trappen legde ik mijzelf enorm hoge (tot op heden) onbereikbare eisen op met gevoel als falen met resultaat.

Mijn oude leven viel weg en ik moest mijzelf hervinden in mijn nieuwe leven. Het gaat om wie ik ben. Ik moest de gedachte dat wat ik doe als doel loslaten. 

Het is niet het belangrijkste wat ik doe. Mijn waarde in de maatschappij hangt niet af van hoe hard ik werk en welk beroep ik uitvoer. (Ik ben de eerste op rij die weer aan het werk gaat zodra het kan). Mijn bijdrage in deze maatschappij is anders. Langzamer, op een ander vlak, niet werkend, levend van een ziekte-uitkering. En toch heb ik mijn eigen plekje in de maatschappij. 

De spraakstoornis die behoorlijk aanwezig kan zijn of de uitval aan mijn been zorgen voor rare blikken en opmerkingen in het openbaar. Dat voelt enorm rot. Opmerkingen als “wat praat je zielig, loop eens door joh toen ik met kruk zeer langzaam en hopend dat ik niet door mijn  benen zou zakken de zebra overstak, of de vraag in een telefoongesprek ‘is je begeleider ook aanwezig’ wanneer men niet het geduld heeft even mij de tijd te geven mijn hakkelende verhaal te doen hakken er in. Ook hierin moet ik mijzelf goed voor ogen houden dat ik niet ben om wat ik doe.

Ook mijn moeder zijn is niet alleen bepaald door wat ik kan en doe. Mijn moeder zijn is in basis wie ik ben en wat ik van daaruit uitdraag naar mijn kids. Ook als ik minder actief met ze ben, ben ik nog steeds mijzelf en kunnen ze nog steeds altijd op me rekenen. Als ik iets praktisch niet kan dan help ik zoeken naar een oplossing wanneer ze om hulp vragen. De basis is nog steeds dezelfde, alleen de uitvoering is anders geworden.

Daar kan ik nog wel verdrietig om zijn. Wat normaal is denk ik. Het is een stukje rouw, om wat je kwijt bent en waarvan ik niet weet of dat terug gaat komen. 

Dankbaar ben ik dat de Arboarts en een hoofdstuk in het boek “de kunst van het ziekzijn “ mij in lieten zien dat het niet gaat om wat ik doe, maar ik wie ik ben.

Gelukkig liet ik voorheen al niet mijn leven bepalen om wat ik doe. Altijd al vind ik het belangrijk te zijn wie ik ben en dat ik zelf mensen om me heen waardeer om wie ze zijn. En wenste altijd zelf ook gezien te worden als de persoon die ik ben en niet om wat ik doe. 

Maar dat neemt niet weg dat ik af en toe toch in die valkuil stap. Gelukkig zijn er spiegels in het leven die mij op tijd dingen in laten zien. 

1 van de redenen dat dit blog “hoi ik ben Angelique, ik ben niet mijn neurologische beperking, het is een deel van mij” heet is om bovenstaande reden. 

Dat ik ben wie ik ben om wie ik ben en niet om wat ik doe.

Wie ben jij?


Dank voor het lezen, geniet van elke dag, hou van elkaar .

🍀🌸

“Hoi, ik ben Angelique. Ik ben niet mijn neurologische beperking maar het is een deel van mij




Reacties

Populaire posts van deze blog

Deel 1: Hoi, ik ben Angelique. Hoe mijn leven veranderde in de nacht van 29-06-2021 op 30-06-2021

Deel 40: SPIJT

Deel 2: “mijn leven zal niet meer worden wat het was”